Nu ik toch aan huis gebonden ben, even een stelling waar mensen in kunnen bijten
Waarom moeten we vinden dat een versterker niet mag klinken?
Waarom moet een versterker perfect lineair zijn met minimale vervorming en het liefst veel tegenkoppeling?
Ik zat hier aan te denken: in een systeem met losse componenten gebruiken we een versterker die perfect is om vervolgens dat signaal naar luidsprekers te sturen die alles behalve perfect zijn (citaat uit de wiki)
De belangrijkste maar ook de zwakste schakel in de audio-keten is de luidspreker, want daar komt immers het geluid uit.
Spreken we over versterkers, cd-spelers e.d. met een vervorming van tienden of honderdsten van procenten, bij luidsprekers geeft men zelden vervorming op, maar deze loopt in de procenten of zelfs tientallen procenten. In sommige gevallen wordt bepaalde vervorming van de lage tonen niet als onprettig ervaren en spreekt men van een “krachtige” bas, terwijl men naar hogere harmonische vervorming luistert. Ook klinken lage tonen meestal langer door dan bedoeld, deze “warme” bas is niet onaangenaam.Als een versterker nu bijvoorbeeld qua frequentie een soort V curve heeft (meer bas en meer hoog) zou dat bijvoorbeeld goed samen kunnen gaan met een luidspreker die anders een beetje saai klinkt. Als ik thuis mijn versterkers vergelijk dan is mijn classic voor en eind trap en mijn NAD best wel neutraal. Mijn Luxman is dat niet, die heeft een lichte boost in het hoog (wat ik met de Roger Luidsprekers wel prettig vond, ik had nog niet door dat de tweeter verkeerd aangesloten was, + en - waren omgedraaid van de Philips tweeters) Nog een voorbeeld zijn mijn Magnepans. Deze luidsprekers rollen toch af in het hoog en combineren daarom ook mooi met de Luxman.
Dat de Luxman niet neutraal is verbaast mij trouwens niet. Het komt niet door de buizen voorversterker maar door de toonregeling die niet uit te schakelen is.
Dan kom ik op de discussie transistor vs buis. Sommige mensen krijgen jeuk als ze horen dat je met 300B eindbuizen versterkt zonder tegenkoppeling. Maar vervolgens hoor je die mensen niet klagen over de imperfectie van luidsprekers die veel meer vervormen dan de buizenversterker. Dat buizenversterkers beperkingen hebben is mij wel duidelijk. Zo is de keuze van luidsprekers (rendement en impedantie) belangrijk. Met een buizenversterker heb ik de keuze om verschillende buizen te gebruiken. Niet iedereen hoort verschil met verschillende buizen en ik ben ook van mening dat de verschillen niet super groot zijn. Transistor versterkers hebben ook hun voordelen. Aansturen in het laag is vaak toch beter door het ontbreken van een uitgangstransformator. En ze hebben geen last van de impedantie pieken en dalen zie sommige luidsprekers vertonen.
Kortom, waarom mogen versterkers niet klinken als we het na versterken in een luidspreker stoppen die wel klinken