Keyser kom er maar in.....
Gr Hans
Gebruik van meerdere laagbronnen lost in z'n algemeenheid geen akoestische problemen op.
Door meerdere laagbronnen te gebruiken kun je wel degelijk staande golven tegengaan. Afhankelijk van zijn specifieke locatie in de ruimte, spreekt elke bron staande golven op een andere manier aan. Door verschillende bronnen slim te plaatsen en in te stellen, kun je ervoor zorgen dat twee bronnen dezelfde staande golf in tegenfase aanslaan, waardoor de staande golf juist wordt uitgedoofd.
Zie onderstaande plaatje voor een grafische voorstelling.
Links zie je een tweedimensionaal plaatje van een eerste-orde staande golf. Deze staande golf treedt op als de luidspreker een frequentie weergeeft waarvan de halve golflengte overeenkomt met de afstand tussen de twee wanden (
rekenvoorbeeld: stel de wanden bevinden zich op 5 meter van elkaar, dan treedt de eerste-orde staande golf op bij 1/2 x 343/5 = 34,3 hertz ; hierin is 1/2 de factor voor de halve golflengte, 343 is de afstand die geluid in 1 seconde aflegt en 5 is van de afstand tussen de wanden).
Links en rechts van de horizontale as bevinden zich de wanden, op de verticale as zie je de de (geluids)druk. De grafiek geeft aan binnen welke grenzen de druk varieert binnen een trillingstijd. In het midden tussen de twee wanden vind je de node van de staande golf. In theorie hoor je de frequentie van de staande golf hier niet, omdat de druk hier niet varieert en dus gelijk blijft aan de atmosferische druk. Je ziet dat de drukvariaties bij de wanden het grootst zijn. Links en rechts van de node zijn de (geluids)drukniveaus in tegenfase. In de afbeelding is dat aangegeven middels het plusteken links van de node en het minteken rechts van de node. Binnen een trillingstijd wisselen plus en min (positief en negatief drukverschil ten opzichte van de atmosferische druk) elkaar af. Dus het ene moment is links van de node overdruk en rechts onderdruk, een halve trillingstijd later is het juist omgekeerd. Door tegen de linker en rechter wand een bron te plaatsen en deze met de zelfde polariteit aan te sluiten, wordt de staande golf uitgedoofd. De beide bronnen staan tegen de wand (dus in een drukmaximum) en zouden daarom de staande golf maximaal aanspreken als ze individueel zouden werken. Als ze tegelijkertijd dezelfde staande golf aanspreken wordt de staande golf echter uitgedoofd, omdat ze de staande golf in tegenfase aanspreken. Bij deze specifieke frequentie werken de bronnen elkaar als het ware tegen; de staande golf wordt opgeheven met antigeluid.
Er is een truc om deze staande golf in z'n geheel niet aan te spreken. Dat kun je doen door de bron in de node te plaatsen, dus precies in het midden tussen twee wanden.
Het tegengaan van staande golven door uitdoving middels meerdere bronnen werkt zeer effectief, want je pakt er drie vliegen in één klap mee: de amplitude van de staande golf wordt tegengegaan, de naslingering in het tijddomein wordt verminderd en de ruimtelijke variatie wordt flink verminderd.
----------
Mocht je me tot zover nog volgen, hieronder ga ik er nog wat dieper op in:
Rechts zie je een tweedimensionaal plaatje van een tweede-orde staande golf. Deze staande golf treedt op als de luidspreker een frequentie weergeeft waarvan de golflengte overeenkomt met de afstand tussen de twee wanden (
rekenvoorbeeld: stel de wanden bevinden zich op 5 meter van elkaar, dan treedt de tweede-orde staande golf op bij 1 x 343/5 = 68,6 hertz).
De druk in het midden is in tegenfase met die links en rechts tegen de wanden. Bevind je je op de exacte locatie van één van de de twee nodes, dan hoor je in theorie niets. Zou je in deze situatie de bronnen tegen beide zijwanden plaatsen (wat zo effectief werkt tegen de eerste-orde staande golf), dan wordt de tweede-orde staande golf juist versterkt. Zou je één bron in het midden tussen de twee wanden plaatsen (waardoor je de eerste-orde staande golf niet aanspreekt), dan zou je de tweede-orde staande golf alsnog aanspreken, omdat de bron zich dan in een drukmaximum van de tweede-orde staande golf bevindt. Een oplossing voor de tweede-orde staande golf is om één bron bij de muur te plaatsen en een tweede in het midden van de kamer te plaatsen (zie de afbeelding). Dan bevinden beide bronnen zich in een drukmaximum met tegengestelde fase en wordt de staande golf uitgedoofd. Met deze configuratie wordt de eerste-orde staande golf echter nog gewoon aangesproken.
Een goede oplossing om beide staande golven op te lossen is het plaatsen van de bronnen op 1/4 en 3/4 van de kamer. Dan wordt de eerste-orde staande golf gecanceld omdat beide bronnen de staande golf in tegenfase aanslaan. De tweede-orde staande golf wordt überhaupt niet aangesproken, omdat de bronnen in de node van de staande golf staan. Hier koppelen ze niet effectief aan de staande golf.
----------
Dit is de basis van hoe je meerdere bronnen kunt toepassen om staande golven tegen te gaan. In de praktijk heb je echter te maken met drie ruimtelijke dimensies in plaats van één, waardoor de zaken wat complexer worden. Bovendien zijn kamers vaak onregelmatig van vorm, bevatten ze meubels en treedt er bij elke reflectie tegen een wand in meer of mindere mate demping van het geluid op, waardoor staande golven vaak op net iets andere frequenties liggen dan bovenstaande simpele berekeningen aangeven. Daardoor is het altijd een kwestie van 'educated trial & error'-werk. Echter, zelfs met een bij wijze van spreken random plaatsing van de bronnen (of plaatsing op plekken waar het voor het interieur het best uitkomt) krijg je doorgaans flinke verbeteringen. Voor optimale resultaten is het altijd belangrijk dat de amplitude, fase en de crossoverfrequentie van elk van de bronnen goed zijn ingesteld.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben een groot voorstander van DSP. In élke situatie die ik tot dusver ben tegengekomen kan het geluid verbeterd worden middels een goed ingestelde DSP. Een DSP kan echter alleen het elektrische signaal veranderen. Dat betekent dat de correctie voor elke locatie hetzelfde is. Een belangrijke eigenschap van staande golven is echter dat fase en amplitude op elke locatie in de kamer anders zijn. Daarom is het een veel betere oplossing om het laag eerst middels meerdere bronnen zo goed mogelijk te maken (zoals ik al zei, je pakt er drie vliegen in één klap mee: de amplitude, de naslingering in het tijddomein en de ruimtelijke variatie) om vervolgens de DSP te gebruiken voor het puntje op I, waardoor je een optimaal resultaat hebt op de belangrijkste luisterplek(ken).
EDIT: Feedback op bovenstaande wordt zeer gewaardeerd. Is dit verhaal duidelijk, of ga ik hier en daar wat te snel?