Mahler 3 onder Gatti.
Het is dan toch gelukt, ik was er bij, vrijdagavond 16 januari in het Concertgebouw, luisterend naar Mahler’s derde symfonie met het KCO onder Daniele Gatti, met Christianne Stotijn in het ‘Urlicht’ en de dames van het Groot omroepkoor en de kinderen van het Nationale Kinderkoor.
Op de één of andere manier raakte ik een paar weken geleden verzeild op website van het concertgebouw en had ik al vastgesteld dat de avonden met Mahler 3 op de lessenaars bij het KCO waren uitverkocht. Maar weer wat later kon ik ineens ‘laatste kaarten’ aanklikken, kennelijk van mensen die kaarten hadden teruggebracht omdat ze verhinderd waren dit concert bij te wonen.
Het lukte me kaart te bemachtigen halverwege het Noord balkon op de achterste rij.
En het lukte er op tijd te zijn met het OV, laatste stuk tramlijn 5, uitstappen pal voor het gebouw, entree, jas en tas achtergelaten in de gardarobe en de stoel opgezocht. Prachtige plek. Even na half acht zat ik er, in een toen nog bijna lege zaal, eerste sfeer snuiven. Dat was lang geleden dat ik hier was geweest. En de derde van Mahler heb ik eerder eens gehoord in het Utrechtse Vredenburg, met het Rotterdam Philharmonisch Orkest onder de toenmalige chef, James Conlon (1986).
Nu in Amsterdam, het KCO onder Gatti. Hij heeft hier al diverse Mahlers gedirigeerd, de laatste keer de Zesde, in een uitvoering die toen wisselend werd ontvangen. Nu de Derde. Ik verwachtte een bijzondere avond, en dat werd het. Na de eerste stevige maten was er een wat aarzelend begin, door het relatief traag genomen tempo. Maar nadat de eerste somberte in deze ‘Abteilung’ was uitgestorven en het eerste marsachtige thema zich liet horen ging het ‘Kraftig und entscheiden’ verder, waarmee een spanning werd opgebouwd die Gatti, KCO en stemmen niet meer loslieten. Prachtig samenspel van de groepen, in de tutti en de kamermuzikale passages waarin zich slechts enkelen hoefden te laten horen, waarin de compositie ragfijn wordt van structuur…, bijna alles lukte en het muzikale verhaal bleef ferm overeind. Ondanks de trage tempi in de hoekdelen. Dat maakt het extra spannend. De muziek kwam inderdaad af en toe bijna tot stilstand. Het werden ‘Bruckneriaanse’ rustmomenten, maar nooit geforceerd, steeds weer was het logisch in het muzikale verhaal. Het paste in de gekozen tempi. ‘Man muss sich eine Welt schaffen’, heeft Mahler zelf eens gezegd, welnu, dat gebeurde hier van begin tot eind. De ene parel werd via een veelheid van gouden en zilveren lijnen toegevoegd aan de andere parel tot een schitterend sierraad van klank, ritme en lyriek. Fenomenaal hoe koper- en houtblazers kleurden, hun verhaal vertelden. Fenomenaal wat een orkest als geheel. En schitterend geladen en ver dragend daarin de menselijke stem van Christianne Stotijn, die met deze tempi ook wel tot het uiterste werd gedreven. En de nieuwe klokken? Ze klonken prachtig bij de kinderstemmen in het bim-bam bim-bam. Subtiel bespeeld, viel me op. NRC was wat gereserveerd in de recensie, Peter van de Lint in Trouw lovend, vraagt zich tenslotte af. “Hoe komt Gatti hier ooit nog overheen?” Ik heb het gevoel dat het KCO er een prachtige nieuwe chef aan gaat krijgen vanaf 2016. Hij zal ons wel blijven verrassen.
Zie ook:
http://nieuwsuur.nl/video/744245-gatti-de-nieuwe-maestro-van-het-concertgebouworkest.htmlIk heb een schitterende 16-de januari vrijdagavond gehad in Amsterdam daar op het Noord balkon, een uitvoering die me net zo zal bij blijven als toen ik luisterde naar de Zevende tijdens het Mahlerfeest in 1995 (Wiener Philharmoniker onder Simon Rattle) en ook die Derde onder Conlon in 1986 in Vredenburg.
En terzijde: de klankwereld van al dit schoons is in hifi prachtig terug te spelen als ik me de Vijfde van Mahler met het KCO onder Gatti herinner vanaf Blue Ray toen in Veenendaal in surround. Yep, ik weet waar mijn luisterruimte of luistergrot aan moet voldoen. Het is de moeite van 5.0 of 5.1 meer dan waard.